Burundi: een laatste update

We ontmoeten Tharcisse Gahungu, voorzitter van onze partnervakbond Febutra in Burundi te Brussel. We spreken hem over de woelige politieke en syndicale situatie in zijn thuisland.

Sinds april 2015 is het zeer rumoerig in Burundi. President Nkurunziza stelde zich kandidaat voor een derde ambtstermijn. Sindsdien zijn er al 1000 mensen omgekomen en zijn er 400.000 op de vlucht geslagen. Buurland Rwanda probeert deze te herbergen.

Hoe zit het op syndicaal vlak in Burundi?

Tharcisse: “Op syndicaal vlak is het al niet veel beter: net zoals in België vragen de werkgevers een extreem hoge flexibiliteit. Herinneren jullie nog het moment dat we aangehouden en gevangen gezet werden eind december vorig jaar omdat we een personeelsvergadering belegd hadden op een theeplantage? Op een eigenaardige manier was dit goede publiciteit voor onze vakbond. De syndicale vrijheden werden geschonden maar de lokale pers heeft hier heel wat publiciteit aan gegeven. Dit zorgde voor een groei in het ledenaantal voor de vakbond. Dit dossier, evenals de individuele bijstand naar de leden toe, hebben de kosten aan advocaten wel doen stijgen.”

Wat staat er dit jaar in het project ingeschreven?

Tharcisse: “We dienen over een eigen gebouw te beschikken met lokalen waarin we onze vormingen kunnen organiseren. Om dicht bij onze leden te staan, zijn we op zoek naar een locatie in een volkswijk. Alsook is de doelstelling om een kantoor te openen buiten de hoofdstad Bujumbura. Verder proberen we zoveel mogelijk bedrijven te organiseren en een sociaal zekerheidsstelstel uit te bouwen dat gebaseerd is op het tripartite overleg.”

“Om van Zuid naar Noord, eerlijke en duurzame voedingsketens uit te bouwen met waardig werk in koffie, thee, suiker,…  zullen we de eerste Burundische vakbond zijn die zich aansluit bij de internationale voedingsvakbond IUF. In dit proces is het heel belangrijk dat vrouwen en jongeren gemobiliseerd worden en dat inbreuken op syndicale rechten gedocumenteerd worden. Febutra zal hiervoor het komende jaar een communicatiestrategie ontwikkelen. Hierbij zullen wij niet vergeten om onze Belgische kameraden in te lichten over de verschillende sociale mediakanalen om ons te volgen in de strijd die we voeren.”