ABVV Horval tegen kinderarbeid in Ivoorkust

Ivoorkust is het grootste cacaoproducerende land ter wereld. Kinderarbeid is schering en inslag op de plantages. In 2011 startte ABVV Horval en ISVI een partnerschap met de lokale vakbond UGTCI (Union Générale des Travailleurs de la Côte d’Ivoire) om deze plaag uit te roeien. Interview met Marie-Jeanne Kombo, nationaal secretaris verantwoordelijk voor de strijd tegen kinderarbeid binnen UGTCI en coördinatrice van het project met Horval, in België voor een internationaal cacaocolloquium.

Wat zijn de arbeidsvoorwaarden in Ivoorkust? En meer bepaald in de cacaosector?

De arbeidsvoorwaarden in de cacaoteelt zijn gedurende het hele proces slecht : van het planten van de zaden tot aan de oogst en het drogen. De landbouwer heeft middelen nodig om voor zijn familie te kunnen zorgen en voor het onderhoud van zijn plantages, maar cacao levert slechts eenmaal per jaar geld op. Als de opbrengst wordt verkocht aan een correcte prijs, is dat bemoedigend. Maar jammer genoeg is dat niet het geval. Wanneer de cacaoboer zijn cacao verkoopt, krijgt hij de energie, de financiële en fysieke middelen die hij erin stopt niet vergoed. Om goed te kunnen leven, moet men al een zeer grote plantage hebben. Ook het gebrek aan arbeidskrachten is een probleem. Er is geen enkele sociale bescherming, de cacaoboeren kunnen niet rekenen op een ziekteverzekering.

Een ander groot probleem dat we vaststellen in Ivoorkust betreft kinderarbeid. Volgens een studie die in 2013 gevoerd werd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) en het Studieagentschap ter bevordering van de werkgelegenheid met de technische en financiële steun van het Internationaal Arbeidsbureau verrichten er 1.976.343 kinderen arbeid, 71% onder hen verrichten een arbeid die hun fysieke of psychische integriteit kan schaden. In de cacaoteelt zijn de kinderen vaak het slachtoffer van smokkel. Smokkelaars uit Burkina Faso laten ouders geloven dat ze de kinderen naar Ivoorkust brengen om daar betaald werk te vinden, maar ze worden eigenlijk door de cacaoboeren gebruikt om in de cacao te werken in zeer slechte omstandigheden. Het is zeer moeilijk voor de overheid om kinderarbeid te controleren en uit te roeien, want vaak gebeurt dit op afgelegen plekken die moeilijk toegankelijk zijn.

Waaruit bestaat het project tegen kinderarbeid ?

Concreet organiseren we vormingen in de gemeenschappen, bij leden van landbouwcoöperatieven en landbouwvakbonden van de fabrieken. Wij sensibiliseren hen rond kinderarbeid en wij informeren de vakbondsleiders over de rechten van de kinderen zodat ze die ook beter kunnen opeisen. Wanneer de verschillende groepen mensen gesensibiliseerd zijn, richten ze zelf lokale comités op om toezicht te houden in de verschillende gemeenschappen om na te gaan of de kinderen arbeid verrichten, of ze naar school gaan, enz. Ze sensibiliseren zelf hun omgeving. Het is vaak moeilijk om uit te leggen wat de nuance is tussen kinderarbeid en kinderen die af en toe hun ouders helpen.  Er bestaan immers regels die gerespecteerd dienen te worden en grenzen die niet overschreden mogen worden. We hebben dan ook documenten opgesteld waarin staat wat kinderen wel en niet mogen doen.

Waarom zijn partnerschappen zoals dat met Horval onontbeerlijk voor het welslagen van jullie projecten?

Als syndicalisten kunnen we hierdoor eerst en vooral onze capaciteiten versterken, leden werven, het aantal vakbonden doen toenemen binnen de Centrale en concreet de arbeidsvoorwaarden in ons land verbeteren. Zo kunnen wij bijvoorbeeld dankzij de bezoeken van onze Belgische kameraden in Ivoorkust de werkgevers ervan overtuigen om de werknemers in hun bedrijf goed te behandelen. Waarom? Omdat ze bang zijn van de vakbonden en hun merkimago niet op het spel willen zetten. Daarnaast kunnen we ook de arbeidsvoorwaarden van hetzelfde bedrijf in Ivoorkust en in België met elkaar vergelijken. Wanneer Daniel, delegee van ABVV Horval, Cargill in Ivoorkust in 2018 bezocht, kon hij vaststellen dat het op sommige plekken in de fabriek veel te warm was. Hij heeft dan zijn kameraad syndicaal vertegenwoordiger aangeraden om een extra pauze te eisen voor de mensen die daarin werken. Dat werd aanvaard en we hebben dus een kleine overwinning kunnen boeken voor de werknemers. Tot slot, de uitwisselingen zoals deze waaraan ik momenteel deelneem, hier in Blankenberge, zijn ook uiterst belangrijk. Door te luisteren naar de voorbeelden van de syndicale strijd in andere landen zoals België, Duitsland of Nederland krijgen wij informatie en daar kunnen we een voorbeeld aan nemen om ons te versterken.

Hoe ziet de toekomst eruit voor het project tegen kinderarbeid ?

Het partnerschap met Horval in de strijd tegen kinderarbeid stak van wal in 2011. Sindsdien heb ik een aanzienlijke verbetering kunnen vaststellen in de situatie van de kinderen op het terrein, dankzij de verschillende sensibiliseringsacties die gevoerd werden in de gemeenschappen, maar ook dankzij de wet van 2010 die als doel heeft om kinderarbeid in ons land uit te roeien. We hebben echter nog een lange weg te gaan. Er verrichten nog veel te veel kinderen arbeid, en zoals hierboven ook al werd aangehaald, de smokkelaars ontkomen vaak aan de controle. De kinderen worden blootgesteld aan allerlei gevaren. We moeten ons werk voortzetten om een betere toekomst te kunnen bieden aan de kinderen van Ivoorkust. En daarvoor zijn partnerschappen zoals dit partnerschap met Horval uiterst zinvol!