solsoc: syndicaal missie rapport

De ondertekening van de Vredesakkoorden met de FARC en de opening van de dialoog met ELN creëren een gunstige conjunctuur voor het invoeren van een echte democratie. Dit is een opening die gunstig kan zijn voor de mobilisatie en de sociale, economische en politieke veranderingen die nodig zijn voor de invoering van deze akkoorden zodat het niet nog een keer alleen maar bij goede voornemens blijft. Om te komen tot een werkelijke vooruitgang is het echter doorslaggevend om de sociale beweging (vakbonden, gemeenschapsorganisaties, boeren zonder grond, enz.) te blijven versterken en te ondersteunen, in de verschillende gebieden en op nationaal niveau opdat ze kunnen deelnemen en druk kunnen uitoefenen in deze nieuwe sociale en politieke ruimten die op poten moeten gezet worden.

De keerzijde van deze medaille is dat, ondanks de voorziene hervormingen en ondertekende akkoorden, de dreigementen, de verdwijningen, het geweld en de moord op pleitbezorgers, syndicalisten en leiders en het stigmatiseren van de sociale organisaties blijven bestaan. De massieve en gedwongen verplaatsing is ook nog steeds een realiteit, als gevolg van megaprojecten zoals de ontginning van mijnproducten, de bouw van stuwdammen, grote infrastructuurprojecten en de agro-industriëlen.

Het is belangrijk aan te geven dat men in de akkoorden met de FARC niet onderhandeld over het economisch model, dat de voornaamste oorzaak is van het geweld, het onrecht en de armoede van een groot deel van de bevolking. Zelfs de economische elites zien in deze akkoorden een grote kans voor hun business, onder andere om hun megaprojecten te kunnen lanceren in gebieden die voorheen bezet waren door de guerrilla. In die zin vreest men, en dit is trouwens al werkelijkheid in enkele gebieden, dat de plaatsen die de guerrillatroepen hebben achtergelaten, ingenomen zullen worden door andere gewapende groepen die betaald worden door de bedrijven zelf, en in sommige gebieden onder het toeziend oog van het nationale leger. 156 sociale militanten en pleitbezorgers werden vermoord tussen 1 januari 2016 en 1 maart 2017.

Op syndicaal niveau is de situatie ondanks de beloftes en de akkoorden die Colombia heeft ondertekend bijna niet veranderd. Integendeel zelfs. Het verslechtert er nog op omdat er garanties moeten gegeven worden aan de grote nationale en internationale investeerders, en omdat de vakbonden hun kracht zijn verloren. 64% van de arbeidsbetrekkingen zijn informeel, wat het volgende impliceert: geen formele arbeidsovereenkomst, weinig of geen garantie op een minimumloon, op wettelijke arbeidsroosters, op een bijdrage voor het pensioen en toegang tot de gezondheidszorg.

Het stakingsrecht en het syndicaal lidmaatschap worden beschouwd als de grootste belemmeringen voor de “ontwikkeling van het land” en dat betekent dus dat het heel wat risico’s inhoudt om syndicalist te zijn in Colombia. De administratieve oprichting van een vakbond blijkt een geduchte barrière te zijn om het recht op vereniging uit te oefenen. Het is het enige Latijns-Amerikaanse land waarbij de regering over de mogelijkheid beschikt om een vakbond te ontbinden via een gerechtelijke procedure.

Momenteel zit de helft van de vakbonden gegroepeerd in drie vakcentrales. De grootste, de Eenheidscentrale van de Werknemers (CUT) die 65% van de werknemers groepeert die aangesloten zijn bij een vakbond, is ook degene die het meest bedreigd wordt. Colombia blijft een heel risicovol land voor de leden en de syndicale leiders ondanks het goede imago dat de regering van het land wil tonen. In deze context is het doorslaggevend en belangrijk dat de internationale instellingen (VN, IAO, enz.) hun monitoring voortzetten om druk uit te oefenen en ervoor te zorgen dat de arbeidsaanbevelingen toegepast worden die in Colombia werden gemaakt.

I.             VERLOOP VAN DE MISSIE

Op syndicaal vlak verliep de missie in twee momenten : een eerste moment met de vertegenwoordigers van de drie vakbonden waar ze deelnamen aan de workshop opvolging-evaluatie. In deze workshop trachtte men onder andere om de gevolgen voor iedereen te herdefiniëren in het kader van het programma met SolSoc. Tijdens dit seminarie maakte men ook een update van de context, werden de gezamenlijke acties opnieuw gedefinieerd en werd er een tijdslijn uitgewerkt voor 2017 en 2018.

Er dient opgemerkt te worden dat men in het kader van het initieel programma de vakbond USTIAM wou ondersteunen. Met als doel om een globalere actie te integreren (bijvoorbeeld wat betreft de suikerrietkappers en de voeding) en om ervoor te zorgen dat we een grotere impact kunnen hebben, hebben we echter de twee andere vakbonden begin 2017 geïntegreerd. In dat kader werden SINALTRAINAL en SINTRACARTORCE opgenomen.

Algemeen was het een belangrijk moment om te kunnen uitwisselen en om kennis te nemen van andere werkelijkheden, zoals samenwerken in een context waar het belangrijk is om samen deel te nemen in de ruimten die worden opgericht of opgezet worden in het kader van deze akkoorden.

Een tweede moment van de missie was het bezoek ter plaatse van de drie vakbonden. Twee dagen lang hebben we vergaderingen gehouden om uitwisselingen mogelijk te maken over de algemene situatie op syndicaal vlak en over de situatie van elke vakbond. Hieraan namen minstens de afgevaardigden deel van de directiecomités en van de werkcommissies (gemiddeld 10 personen per vakbond). Bovendien werd er ook aandacht besteed aan een globale presentatie van SolSoc, het programma, de oorsprong van de fondsen, onze partners in het noorden en de perspectieven van het programma die werden uitgewerkt met hun vertegenwoordigers gedurende de workshop voor elke vakbond.