Hoe duurzaam is onze vis?

Gekweekte vis, vegetarische zeevruchten uit algen, genetisch gemanipuleerde zalmen … het zijn de nieuwe trends in de visindustrie. Maar zijn deze nieuwe trends bevorderend voor de duurzaamheid van de vis?

Zijn de werknemers tewerkgesteld in de visnijverheid met deze nieuwe trends beter af?

Op de “International Meeting of Fishing Industry and Aquaculture Workers’ Union” (Internationale bijeenkomst syndicalisten uit de visindustrie en aquacultuur)  afgelopen week in Oslo overlegden vakbondsafgevaardigden uit de ganse wereld hoe het zit met de arbeidsomstandigheden van de werknemers, de syndicale rol, verantwoorde productie en kan men spreken van duurzame vis?

Wetende dat wereldwijd zo’n 120 miljoen mensen hun inkomen halen uit visvangst, aquacultuur en visverwerkende activiteiten.

Wetende dat een groot deel van deze mensen werkt in de kleinschalige visserij.

Wetende dat vis en schaaldieren een van de belangrijkste bronnen zijn van voedingsstoffen en die meer dan 20 procent van de benodigde dierlijke proteïnen verschaffen in arme landen.

Dan begrijpt iedereen dat een internationale bijeenkomst zeker nodig is.

Streven naar duurzame vis

Vakbonden streven naar duurzame vis afkomstig vrije vangst of uit aquacultuur. Onder duurzame vis verstaan we vis  die ecologisch, economisch en sociaal verantwoord geleefd, geproduceerd en verwerkt wordt.

Daarnaast willen alle aanwezige vakbonden, ondersteund door de IUF (Internationale Vakbond voor Voeding, Landbouw, Hotel, Restaurant, Catering, Tabak en Geallieerde Arbeiders) , de maximale implantatie van art 625 van het ILO conventie voor regulering van arbeidsuren en respecteren van art 118 inzake het minimum respect voor het werken in de vissector.

Viskweken, verwerken en distribueren in goede arbeidsomstandigheden is zeker niet evident

De confrontatie met het feit dat zowel in Azië als in Afrika miljoenen kinderen werken in de visnijverheid was choquerend.

In Ghana worden kinderen verkocht voor 16 dollar om te werken in de visvangst en visrokerijen. Ze werken er 19u per shift  zonder beschermmiddelen. Van gevarieerde voeding is geen sprake. Kinderen krijgen slechts één maaltijd tijdens hun werkshift.

In Thailand werken kinderen 6 dagen op 7 van 7u tot 19u in erbarmelijke omstandigheden.

Ook de precaire werksituatie van vrouwen en seizoenarbeiders die ingeschakeld worden voor de vangst, het hutten van de vis, het roken van de vis, …was confronterend om aan te horen.

In de visindustrie en aquacultuur werken meer dan de helft vrouwen. In Indonesië werken ze  shiften van 20 tot 22u, slapen op de grond, krijgen nauwelijks te eten en  worden gemarteld of over boord gegooid wanneer ze niet presteren volgens hun bazen! Het is een vorm van moderne slavernij.

Veiligheid en gezondheid in de aquacultuur

De visproductie is wereldwijd met 19% gestegen in twee jaar. Een stijging die nauwelijks te volgen is. De stijging is vooral in de aquacultuur (lees vis en schaaldierenkwekerijen).

Meer en meer komen er kweekvijvers. Boeren bouwen hun landbouwgrond om tot grote vijvers.

De kwekerijen maken vaak gebruik van slavenarbeid en kinderen die een ganse dag in het water moeten staan.

Het is de meest gevaarlijke sector. Een sector waar enorm veel arbeidsongevallen zijn. Er zijn geen voorzorgsmaatregelen tegen uitglijden, arbeiders lopen het risico elektrische  schokken te krijgen door losliggende elektrische kabels aan de rand van de vijvers, arbeiders moeten in extreem hoge temperaturen werken zonder beschermingskledij in water met veel pesticides, herbiciden en insecticiden.

Respect voor het milieu wordt vaak genegeerd

De kwekerijen zijn dikwijls nefast voor het leefmilieu.

Auquacultuur is vrij gevoelig aan ziektes. Of het medicijngebruik in het visvoedsel geen bedreiging is voor de menselijke gezondheid is nog de vraag. Er is onvoldoende onafhankelijke inspectie hierop.

Ook over de gevolgen voor mens en milieu wordt niet stilgestaan. Het enige die telt is de productie.

Er is nog veel syndicaal werk nodig

Wereldwijd is minder dan 25% van de werknemers in de visindustrie en aquacultuur aangesloten bij een vakbond. Concreet: 117.000 van de 14 miljoen werknemers zijn gesyndiceerd.

Zonder stevige vakbonden en sociale strijd is geen sociale vooruitgang mogelijk.

Toen tijdens internationale bijeenkomst de vakbondsafgevaardigde van de bedrijfsvakbond binnen het bedrijf Citra Mina in de Filipijnen het woord nam werd het muisstil in de zaal.

In de Filipijnen, waar de tonijnvangst een van de belangrijkste industrieën is in het land, worden arbeidsrechten met de voeten getreden. Werknemers hebben geen rechten. Hun  werkdagen bestaan uit shiften van 20 tot 22 uur, worden amper betaald en wie durft klagen of rusten, wordt afgeranseld.

In juli 2013 besloten enkele werknemers van Citra Mina, met de steun van de Internationale vakbond, om een vakbond op te richten, uit protest tegen onderbetaling en slechte gezondheids- en veiligheidsomstandigheden. Het bedrijf ontsloeg daarop alle werknemers die zich bij de vakbond aangesloten hadden. De ontslagen werknemers bleven echter niet bij de pakken zitten en lanceerden met de steun van IUF, een actie om hen opnieuw aan de slag te helpen en om de opgerichte vakbond te doen erkennen.

Het probleem beperkt zich echter niet tot de Filipijnen. Ook andere landen hebben al jaren te kampen met moderne slavernij in de visindustrie. Of worden de mensenrechten genegeerd.

De regering in Chili verbiedt het recht op staken tijdens het visseizoen. In India wordt wie staakt als crimineel aanzien en vliegt in de gevangenis.

Internationale strijd is meer dan nodig

Wensen we duurzame vis te eten dan moeten we een internationale strijd voeren tegen uitbuiting, kinderarbeid en voor sociale bescherming van alle werknemers in elk echelon van visteelt tot visverwerking.

Verder moet overal ter wereld het recht bestaan om zich te verenigen in vakbonden, om te onderhandelen met de werkgever en moet er een wereldwijd verbod op slavernij en kinderarbeid komen.

Voor Horval moet vis ‘duurzaam’ zijn. Daarom proberen de delegees in de Belgische visverwerkende bedrijven het maximale uit het bedrijfssociaal overleg te halen. In ondernemingsraden streven ze naar goede arbeidsvoorwaarden en  correcte verloning.

In de comités hebben ze aandacht voor de veiligheid en gezondheid van de arbeiders en dwingen ze collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen af.

Ook de Horval-vertegenwoordigers in de sectorvergaderingen streven dat de sectorale overeenkomsten sociale bescherming bieden.

De strijd is nog niet gestreden.

Naast goede loon- en arbeidsvoorwaarden en een veilige en gezonde werkomgeving moet er aandacht geschonken worden aan de arbeidsomstandigheden in de landen waar onze consumptievis vandaan komt. De consumenten informeren zodat ze geen vis en afgeleiden meer kopen die geteeld of gevangen worden in mensonwaardige, milieuonvriendelijke omstandigheden. Werkgevers moeten gedwongen worden om enkel nog grondstoffen aan te kopen waar mensenrechten gerespecteerd worden ook al leidt dat tot niet meer verwerken van bepaalde vissoorten .

Carine Vermoote, Horval WVL afgevaardigde in Morubel (verwerking van garnaal en zeevruchten)

Conny Demonie, Gewestelijk secretaris Horval WVL