HORVAL zegt opnieuw neen tegen een verdere liberalisering van het Europese suikerbeleid!

ABVV HORVAL nam op 28 februari 2014 deel aan de jaarlijkse conferentie voor de suikerindustrie, georganiseerd door EFFAT (Europese vakbondsfederatie voor de voedingssector, landbouw en toerisme) en door CEFS (Europees Comité van Suikerfabrikanten). België telt momenteel nog twee groepen suikerfabrikanten: de Groep Tiense Suikerraffinaderij die deel uitmaakt van de Duitse groep Südzucker en de groep Iscal Sugar. In beide groepen heeft ABVV HORVAL een sterke syndicale vertegenwoordiging.

Op de suikerconferentie van dit jaar was ABVV HORVAL vertegenwoordigd door Jean-Luc Foucart, syndicaal afgevaardigde van Iscal Suiker, en Charlotte Hautekeur, medewerkster van de studiedienst. De kameraden van EFFAT en de Europese werkgeversfederatie CEFS betreuren de niet-verlenging van het Europees suikerquotasysteem na 2017, en daarom doen ze een oproep aan de Europese Commissie om haar standpunt te herzien. De Europese Commissie is immers bezig met de technische uitwerking van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, op basis van het bereikte compromis tussen de Raad en het Europees parlement.

Het einde van de suikerquota in 2017

Het quotasysteem regelt de omvang van de suikerproductie in Europa en dit levert een vaste marktprijs op voor de Europese suikerproducenten, een prijs die twee keer zo hoog is als de wereldmarktprijs. Met het uitdoven van de Europese suikerquota in 2017 bevestigt de EU opnieuw haar keuze voor de liberalisering van een markt, het creëren van een grotere concurrentie tussen de suikerproducenten uit het noorden en die van het zuiden, een toenemende impact op de wereldmarktprijs en hevigere prijsschommelingen.

Lessen trekken uit de hervorming van 2006 …

Aanvankelijk had de Europese Commissie 2015 voor ogen als einde van het quotasysteem. Daarom deden de vakbonden en werkgevers van de Europese suikersector op de vorige suikerconferentie een gezamenlijke en krachtige oproep aan de Europese wetgevers (Parlement en Raad) en de Europese Commissie om het Europese quotasysteem te handhaven tot 2020. Het intensief lobbywerk door de Europese sociale partners leverde een gunstige stemming op in het Europees Parlement, de Raad hield er een andere mening op na. De Europese Commissie bereikte uiteindelijk een politiek compromis: het quotasysteem blijft tot 2017 gehandhaafd. De Europese suikerindustrie heeft dus 2 jaar tijd gewonnen (maar drie jaar verloren) om zich voor te bereiden op een nieuwe grote hervorming.

De laatste hervorming dateert van 2006, toen de EU door de Wereldhandelsorganisatie werd gedwongen te stoppen met het garanderen van een vaste aankoopprijs voor suiker. Hoewel, er is voorlopig nog steeds sprake van beperkte productiequota. We herinneren ons de dramatische gevolgen van de suikerhervorming van 2006, waarbij suikerbietplantages werden stopgezet en vele suikerfabrieken noodgedwongen hun deuren moesten sluiten. In 2006 gingen 22.012 directe banen en 110.000 indirecte banen verloren.

De Europese suikermarkt heeft de tijd nodig om zich aan te passen aan de gevolgen van het definitieve einde van het quotasysteem. Het is onvermijdelijk dat er nieuwe herstructureringen zullen volgen en de productieprocessen zullen moeten aangepast worden. De vakbonden bereiden zich voor om te anticiperen op de sociale naschok die een nieuwe hervorming van de sector teweeg kan brengen door steeds meer liberalisatie.

De geschiedenis van het Europees suikerbeleid smaakt voor sommigen bitter, voor anderen zoet …

Volgens de Europese Commissie zal het afschaffen van de quota de concurrentiepositie van de Europese suikersector verbeteren, het zal de sector toelaten zich beter in te spelen op de wereldsuikermarkt. Was het in het verleden dan allemaal zo slecht?

Het Europees suikerbeleid had oorspronkelijk als doel dat Europa zelfbedruipend was in suiker en om de boeren een goede marktprijs te garanderen. Het beleid bestond uit het afschermen van de sector van de vrije wereldmarkt door het hanteren van verschillende protectionistische maatregelen. De lidstaten kregen productieprijzen opgelegd en er golden minimumprijzen voor suikerbieten. Terwijl de EU hoge invoertarieven oplegde voor de suikerproducenten buiten de Europese grenzen, gaf ze subsidies voor het exporteren van de Europese suiker. Doordat de Europese suikerprijs steeds hoger was dan de wereldmarktprijs, leidde dit ook tot een overproductie van suiker in Europa. Om zich te ontdoen van de Europese suikeroverschotten, hanteerde de EU een dumpingpolitiek op de wereldmarkt.

Onder druk van de Wereldhandelsorganisatie moest de EU in 2006 haar beleid aanpassen, doordat deze maatregelen in het nadeel konden zijn van de suikerproducenten uit de ontwikkelingslanden en de wereldmarkt konden gedestabiliseerd hebben. Wij stellen vooral vast dat door de hervorming de Europese suikerproductie drastisch verminderd is en de Europese suikerprijs naar beneden werd gedrukt. De EU is veranderd van een exporteur in een importeur.

Dogma van de Europese Commissie: meer liberalisering …en dit tegen om te even welke prijs?

Ironisch maar waar… De Europese Commissie kiest om meer te liberaliseren en zich niet langer defensief op te stellen, terwijl de grootste suikerproducenten ter wereld genieten van overheidssteun. Brazilië, India, Thailand en China voeren de top aan de grootste producenten van suiker ter wereld. Brazilië is de grootste exporteur, gevolgd door Australië en Thailand. Brazilië, de grootste suikerproducent ter wereld, subsidieert fors de uitbreiding en de verjonging van de suikerrietproductie en investeert eveneens in de omzetting van suikerriet in ethanol. Het huidig suikerbeleid van Thailand is hetzelfde als dat van de EU voor de suikerhervorming van 2006. Productiequota mogen voor de Wereldhandelsorganisatie wel in Thailand maar niet in de EU? Twee maten, twee gewichten … India subsidieert al een tijd de export van miljoenen ton rietsuiker en het biedt renteloze leningen aan.

Zou de Europese Unie het duurzame aspect van onze landbouwproductie uit het oog verliezen? De Europese wetgeving betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden en op gebied van milieu, pesticiden en voedselveiligheid is strenger dan die van onze concurrenten. Wij, als vakbond, juichen die wetgeving toe maar we zijn bewust van de kostprijs ervan en wij eisen dat Europa dezelfde sociale voorwaarden en voorwaarden op het gebied van het milieu oplegt aan de landen die exporteren naar Europa; soms is een zeker protectionisme nodig indien men ons industrieën niet wil laten uitsterven. Wordt het geen tijd dat Europa de hand in eigen boezem steekt en begint met naar zichzelf te kijken?

De liberalisering van de suikermarkt zal leiden tot een grotere concurrentie tussen de suikerproducenten uit het Noorden en die van het Zuiden. Wij vrezen dat de Europese bedrijven hierop zullen reageren door te kiezen voor nog meer globalisering, of zullen zoals in vele andere sectoren kiezen voor abusief gebruik van gedetacheerde werknemers en meer onderaanneming. Indien het patronaat het sociaal beleid in de sector wil dereguleren, waarschuwt ABVV HORVAL: wij zullen ons hier tegen verzetten!

De gemiddelde prijs in Europa voor suiker bedraagt momenteel 630 euro voor een ton suiker, de wereldmarktprijs voor suiker bedraagt 350 euro per ton suiker. De Europese Commissie ontkent dat de wereldmarktprijs haar objectief is. Er bestaat echter een rapport van de Europese Commissie dat voorziet dat de Europese suikerprijs in 2017 zou dalen tot 408 euro per ton suiker.

Opnieuw slechts één winnaar… de suikergebruikende industrie?

In 2006 was er maar één grote winnaar van de Europese suikerhervorming en dat was de suikergebruikende industrie: Coca-Cola, Nestlé, … De suiker die zijn in hun producten verwerken, was een stuk goedkoper geworden. De consument heeft de prijsdaling echter nooit in zijn portemonnee gevoeld, integendeel zelfs.

Welke toekomst voor de Belgische en Europese suikerindustrie?

EFFAT en CEFS probeerden op de suikerconferentie tijd te winnen bij de Europese Commissie, de tijd die werkgevers en vakbonden hard nodig zullen hebben om correct en op sociaal vlak te kunnen anticiperen op de gevolgen van het einde van het quotasysteem. De vertegenwoordiger van de Europese Commissie minimaliseerde echter de gevolgen, hij probeerde ons te overtuigen dat de Europese suikermarkt na 2017 nooit volledig zal wordt opengemaakt. Indien de suikerprijs te sterk zou dalen, zal de Europese Commissie wel tussenkomen. Waren wij daar maar zo gemakkelijk van overtuigd, integendeel, wij vrezen voor hetzelfde scenario als in 2006.